Bank en Bomen
Project Stadshout

Project Stadshout

Main content

Sluit de cirkel

Een belangrijke uitdaging in de transitie naar een circulaire economie, is het vinden van nieuwe duurzame materialen om onze producten mee te maken. Vaak zijn daar technische innovaties en geheel nieuwe productieprocessen voor nodig. Maar soms ligt de oplossing haast letterlijk voor het oprapen.

Stadshout als grondstof

Neem hout: een waardevolle grondstof die lokaal in grote hoeveelheden vrijkomt uit stadsbeheer. In verscheidene steden in Nederland experimenteren gemeenten en lokale ondernemers met het benutten van stadshout voor unieke lokale producten in de vorm van meubels, speelhuisjes en keukengerei. In enkele gevallen passen zij ook op grotere schaal lokaal hout toe in (ver)bouwprojecten. Maar dit is meer uitzondering dan regel: het meeste hout verdwijnt via groenaannemers in het reguliere houtcircuit buiten de gemeentegrenzen of belandt direct in een verbrandingsoven.

Terwijl de interesse over dit thema groeit in Nederland staan ontbrekend initiatief, tegengestelde belangen binnen gemeentelijke organisaties of complexiteit rondom aanbestedingsregels of certificering, succes in de weg.

Aanleiding

In het project Sluit de Cirkel, dat in 2018 werd uitgevoerd door de NMF’s in samenwerking met DuurzaamDoor, Gemeente en initiatiefnemers, is er ervaring opgedaan met het sluiten van materiaalketens, waaronder die van 'stadshout'. Tijdens de recente projectevaluatie zijn daar een aantal belangrijke inzichten uit gedestilleerd over zowel de houtketen, als meer algemeen over de transitie naar een circulaire economie:

  • De sleutel zit in het persoonlijke: ketenpartners moeten op een heel concreet casusniveau samen de wil en het vertrouwen opbouwen om de cirkel daadwerkelijk te gaan sluiten.
  • Verandering heeft tijd nodig. De doorbraak wordt pas zichtbaar na vergelijking van meerdere verschillende casussen.
  •  In de transitie is leren cruciaal, op twee niveaus:
  1. Onderzoekend leren op het niveau van specifieke productieketens. Dat gaat het beste met een samenwerking van een select aantal gemotiveerde partijen, in een ontwikkeltraject op weg naar een nieuw circulair product of verwerkingsmethode. Ter begeleiding van zo’n traject is soms vakkundige leerbegeleiding nodig die toeziet op de samenwerking en voortgang van de coalitie.
  2. Leren van andere initiatieven. Deze fase van de transitie naar een circulaire economie wordt omgeven door onzekerheden en vragen als ‘Kan dit wel?’, ‘Mogen we dit wel zo doen?’ en ‘Hoe krijg ik alle partijen en middelen bij elkaar voor een stabiel businessmodel?’. In iedere aparte keten en situatie vergt het heel wat focus, doortastendheid en vindingrijkheid om die drempel over te komen en een nieuwe stabiele (circulaire) toestand te bereiken. Hoe je dat traject het beste doorkomt, daarover valt vaak verrassend veel te leren van andere initiatieven, locaties of ketens. De bijeenkomsten over stadshout (15 mei) en over de regionale grasketen (19 juli) bleken opvallend waardevol. Verschillende aanwezigen gaven aan dat de sessie hen het benodigde inzicht had gegeven van hoe het wél kan en zijn daarnaar gaan handelen.

Sustainable Development Goals

De transitie naar een circulaire economie speelt op alle niveaus, lokaal, regionaal en landelijk. Deze niveaus staan (nog) niet overal met elkaar in verbinding, terwijl ze elkaar wel kunnen versterken. Ze hebben elkaar hard nodig. Knelpunten op lokaal niveau kunnen vaak pas op rijksniveau, of zelfs Europees niveau opgelost worden. Daarvoor helpt het om dezelfde taal te spreken, bijvoorbeeld door koppeling aan de Sustainable Development Goals. En door goed zicht te hebben op de actoren. Wat speelt er op provinciaal niveau, wie is waarmee bezig op Rijksniveau? Alleen dan kunnen lokale belemmeringen op de juiste manier landelijk geagendeerd worden en kunnen er oplossingen gevonden worden.

Betrokken bij de processen

In het leerproces worden het actieve en persoonlijke karakter dat essentieel is voor kennisuitwisseling gewaarborgd. In de verschillende regio’s wordt optimaal aangesloten bij bestaande netwerken (o.a. lokale stadshout initiatieven, gemeenten, provincie, ondernemers) en het ‘lokale verhaal’ van stadshout. En om ook voor en na de sessies goed betrokken te kunnen blijven bij de processen, wordt in iedere regio de dichtstbijzijnde NMF(s) betrokken.

Meer weten?