Kinderen op een basisschool

‘Leren voor Morgen’ inspireert voor onderwijs over duurzame ontwikkelingen

Main content

Hoe kunnen we thema’s als duurzaamheid en circulaire economie toepassen in het onderwijs? Met die vraag houdt coöperatie ‘Leren voor Morgen’ zich bezig. Het doel: duurzaamheid structureel verankeren in alle onderwijssectoren – van de buitenschoolse opvang tot de universiteit. Ellen Leussink, coördinator Onderwijs in het programma DuurzaamDoor, vertelt welke uitdagingen dit met zich meebrengt en hoe de urgentie voor leren over én voor duurzame ontwikkeling is veranderd.

Het lijkt misschien gemakkelijk, het thema duurzaamheid een plek geven in het Nederlandse onderwijs. Maar zo simpel is het niet, volgens Ellen. “Onderwijs is een complex werkveld. Alleen al omdat het bestaat uit veel sectoren met elk hun eigen doelgroep, richtlijnen en wensen. In het basisonderwijs geef je heel andere handvatten dan in de lessen die je in het mbo of hbo aanbiedt. De implementatie van duurzaamheid in die verschillende sectoren vereist maatwerk en is daarom een grote opgave.”

Kwaliteitstoets

Een andere uitdaging ligt in het feit dat het Nederlandse onderwijssysteem geen nationaal curriculum kent. “Wel zijn er kerndoelen en methodes en is er een woud aan aanvullend lesmateriaal waar docenten uit kunnen kiezen. Wij tonen daarvan een selectie op Wikiwijs, waarvoor we een kwaliteitstoets gebruiken voor activiteiten en lessen op het gebied van duurzaamheid. Hieraan werken we samen met het RIVM die voor het programma Gezonde School een soortgelijke kwaliteitstoets en erkenningensysteem heeft opgezet.”

Inspireren en inzichten geven

Willen we stappen zetten in duurzaamheidsonderwijs, dan is daar een gedegen strategie voor nodig, weet Ellen. Die heeft Leren voor Morgen gevonden in het combineren van de inhoudelijke ambitie, zoals vastgesteld in de Sustainable Development Goals, met de Whole School Approach (WSA) als werkwijze. De WSA is een integrale aanpak die scholen helpt om duurzaam denken en doen dáár te starten waar de school op dit moment mee bezig is. Of dit nu het verduurzamen van het curriculum is, het vergroenen van het schoolplein of het ontwikkelen van een visie op duurzaamheid die aansluit bij het schoolbeleid. 

Elk jaar legt Leren voor Morgen het accent in activiteiten en projecten op een ander onderdeel van de WSA. “In 2022 is dat het thema ‘omgeving’, met als centrale vraag: Met wie leren we? Een school kan de verbinding zoeken met de omgeving, via gastlessen of een schoolbezoek aan de bakker om de hoek”, legt Ellen uit. De omgeving kan omgekeerd ook een beroep doen op de school om jongeren mee te laten helpen bij het oplossen van duurzaamheidsvraagstukken. Voor dit soort activiteiten geeft de coöperatie een voorzet: “We leggen niets op, maar proberen scholen en andere instanties tijdens netwerkbijeenkomsten handvatten en inzichten te geven om samen aan de slag te gaan.”

De urgentie is voelbaar

Op dit moment zijn er veel ontwikkelingen in het vmbo, mbo en hbo. “Daar wordt de opgave om bezig te zijn met verduurzaming sterk gevoeld, omdat deze opleidingen dicht tegen het bedrijfsleven georganiseerd zijn. Denk alleen al aan de toenemende vraag naar installateurs van zonnepanelen of gevelisolatie.” Leren voor Morgen werkt daarom sinds 2019 aan het Circular Skills-project dat focust op het aanjagen en opschalen van onderwijsvernieuwing in deze onderwijssectoren. Met het doel: toekomstige werkenden vaardigheden en kennis bij te brengen die nodig zijn om te floreren in een circulaire, inclusieve samenleving.

De coöperatie krijgt steeds meer leden. Ellen: “We merken de noodzaak voor implementatie en verankering van onderwijs over duurzaamheid en de circulaire economie aan verschillende kanten. Zo formuleerde de Europese Unie bijvoorbeeld beleid op Education for Sustainable Development (ESD). En is de rol van het onderwijs expliciet benoemd in het rijksbrede programma ‘Nederland Circulair in 2050’. Ook bijeenkomsten van Leren voor Morgen worden druk bezocht.  Maar de meeste indruk maakten de jongeren zélf toen zij als klimaatspijbelaars meeliepen in de klimaatmarsen in 2019 en 2020 en daarmee de urgentie onderstreepten.